Wat doe jij voor anderen terwijl jij je eigen levensvragen oplost?
Dialoog: Harry Starren en Ruben Beijl
Begeleiding: Suzanne Leclaire
Leestijd: 16 minuten
‘Ik dacht de wereld te dienen met wat ik allemaal wist.’ Harry Starren
Curiosophers Harry Starren (66) en Ruben Beijl (30) ontmoeten elkaar op uitnodiging van Suzanne op vrijdagmiddag in De Polder in Amsterdam. Op onderzoek naar de vraag: ‘Wat doe jij voor anderen terwijl je je eigen levensvragen oplost? Ga er maar eens goed voor zitten.
Ruben, op welk moment deed jij iets voor anderen terwijl je een eigen levensvraag oploste?
Vorig jaar ben ik vader geworden. Het was het moment dat de wereld tot stilstand kwam. En met de geboorte van mijn zoontje raakte ik het idee kwijt dat de wereld om mij heen draaide. Het idee dat een kindje volledig van je afhankelijk is. Dat gaf me in eerste instantie een soort beklemmend gevoel. Maar het bracht ook een vraag met zich mee: Wat nu? Wat is mijn plek?
Die vraag heeft als een soort katalysator gewerkt voor de keuzes die ik daarna ben gaan maken. Ik had een prima baan, vrijwel fulltime, veel hobby’s, ondernam veel en maakte van alles. En dan wilde ik ook nog eens veel tijd voor mezelf. Die basis moest op de schop. Ik wilde nog maar zoveel tijd kwijt zijn aan werk. En de tijd die je dan bewust ergens voor vrij maakt, wat doe je daar dan mee? Het werd me steeds duidelijker wat ik wilde. Zelfs als was het nog niet concreet. Maar die vraag leidt me nu in alles dat ik doe.
“Vooral bij mijn leeftijdsgenoten roept mijn veranderende houding vragen op. Zij willen – net als mijn neiging is – de wereld wel eens laten zien hoe goed we wel niet zijn.”
Ik wil drie, maximaal vier dagen kwijt zijn aan werk. Het liefst halve dagen. En hoe meer ik die ruimte inneem, hoe meer ik merk dat het anderen in mijn omgeving ook aan het denken zet. Wie is de baas van mijn tijd? Vooral bij mijn leeftijdsgenoten roept mijn veranderende houding vragen op. Zij willen – net als mijn neiging is – de wereld wel eens laten zien hoe goed we wel niet zijn. Dat het waardevol is om thuis wortel te schieten, dat leer ik nu. Dat is een ander beeld dan het dominante frame in de wereld om mij heen. Maar het geeft me juist veel voldoening om thuis te kunnen zeggen: ik ben er. Het is misschien niet heel sexy, maar die stabiliteit heeft toch een bepaalde aantrekkingskracht tussen al die onzekerheid om me heen.
Kun je een specifiek moment noemen, waarin ‘voor de ander zorgen’ zich manifesteerde?
Ruben: Ik moet dan vooral denken aan het moment dat mijn zoontje daadwerkelijk geboren werd. Een intens proces. Dat is het natuurlijk altijd. Maar ik heb echt een tijd de verpleger moeten spelen, was mantelzorger. Het meest specifieke moment was toen de kraamzorg de deur achter zich dichtdeed om half 3 ‘s nachts, niet lang nadat mijn vrouw was flauwgevallen. Toen besefte ik me: dit is dus waarom ik hier ben. Normaal heb ik een aversie tegen bloed, maar nu ging de knop om. Waar ik vooral in mijn hoofd zit, was er nu geen tijd om na te denken. Er was geen verhaal te vertellen. Er moest gewoon gezorgd worden. Bijna een soort openbaringsmoment. Die balans is daarna ook nooit meer terug omgeslagen.
Welke levensvraag kwam er in dat moment naar boven?
Ruben: voorheen was de vraag die speelde: ‘Hoe kan ik door wat ik ‘kan’ van waarde zijn?’ Die vraag werd hierna: ‘Hoe kan ik niet doen? En van waarde zijn door er te ‘zijn’?’ Deze vraag sijpelt nu door in andere aspecten van mijn leven.
Harry, wat raakt wat Ruben zegt in jou?
Harry: ik denk aan een ervaring die ik zelf ook heb. Dat je moet afzien van wat je allemaal kunt, naar wat er werkelijk toe doet. En dat dankzij je kind – de vader van de man – er niet veel kracht nodig is om een keuze te kunnen maken. Een keuze die anders veel te zwaar zou zijn. Daarin is je kind een gave. Hij of zij leert je om te beperken. Dat kun je natuurlijk uitstellen, en ik heb dat ook gedaan. Maar ik heb wel de genade ondervonden dat de omstandigheden je uiteindelijk tot de rede brengen. Het is alleen zo jammer als je de omstandigheden gaat ontkennen. Ik heb een hartstilstand gehad en dat is een omstandigheid die ik achteraf ook als een gave ben gaan beschouwen. Anders had ik waarschijnlijk niet gedaan, waar die hartstilstand me toe heeft gedwongen.
“Toen voelde ik dat het feest aan mogelijkheden, de kinderlijke onbezonnenheid, voorbij was. Dat een volwassen man misschien voor andere vraagstukken staat dan voortdurend ondervinden wat hij allemaal kan.”
Wat was dat?
Harry: dat ik moest gaan stilstaan. Letterlijk. Iemand zei ooit tegen me: ik gun je een milde hartstilstand. Een goede vriend, die ironisch genoeg zelf aan een hartaanval is overleden. Maar ik begreep meteen wat hij bedoelde. Hij had me zo een tijd bezig gezien. Toen voelde ik dat het feest aan mogelijkheden, de kinderlijke onbezonnenheid, voorbij was. Dat een volwassen man misschien voor andere vraagstukken staat dan voortdurend ondervinden wat hij allemaal kan. Dus het lijkt mij dat je je kind moet bedanken. Het zijn bijna Bijbelse termen. Het bloed, dat je normaalgesproken afstoot, tot het je eigen kind wordt. Ik moet dan denken aan het lied van The Hollies: he ain’t heavy, he’s my brother. Iets waar je normaal tegenop zou zien, ware het niet dat het iemand is waarvan je diep houdt. En daar laat je die lezing wel voor schieten. Daar kan ik me erg mee verbinden.
Ik heb dat heb meegemaakt toen mijn dochter ernstig ziek werd. Ik kon nooit ‘nee’ zeggen tegen een lezing. Ik had er echt alles voor over. Reed van Veendam tot Maastricht het land door. Tot mijn dochter ziek werd. Toen kon ik ineens alles laten liggen. Ik verlangde zo naar dat ‘nee’. Maar ik kon het niet. En toen had ik eindelijk een echte goede reden. Dingen wel doen lukt me echt wel, maar dingen laten… Ik ben nooit zo onder de indruk van mensen die dingen wel doen. Maar die mensen niet doen, dat is karakter. De verleiding weerstaan.
Jij hielp jouw kind. En jouw kind hielp jou om je levensvraag onder ogen te zien: niet doen en beperken.
Harry: toen ik het besluit nam om niet langer die weg te gaan, duurde het nog 5 jaar om te stoppen. Ik had genoeg aardse goederen verzameld. Hoeveel moest ik nog verzamelen om de stap te kunnen zetten? Ik wilde meer aan anderen gaan geven.
Daarom relateer ik zo aan wat Ruben zegt. Ik ben kosteloos ontmoetingen gaan organiseren om mensen van gedachten te laten wisselen. Ben uit het commerciële werk gegaan (Harry was jarenlang algemeen directeur van De Baak, red.). Omdat ik me niet meer door geld laat leiden. Als jongeling kocht ik ooit het boekje: Live rich, die broke. Dat is een succesvol leven. Blut sterven. Ik heb natuurlijk kinderen, dus dan ga je er een beetje anders over denken. Maar ik ben dus weg gaan geven. Dat is één.
Nummer twee: door de ziekte van mijn dochter heb ik de kracht gevonden om te zien waar het om gaat. Ik vond de genade. Waar ik van mezelf geen hoge dunk als vader had (ik kocht alles af met geld), leerde ik eindelijk dat tijd mijn kostbaarste bezit was. Die tijd heb ik zonder aarzeling gegeven. Zonder dat ik het doorhad. Daardoor ben ik tevreden geraakt over mijzelf. Mijn dochter lag meerdere keren op de rand van de dood. Om de dag ging ik met de intercity heen en weer naar Rotterdam. In die intercity ben ik altijd stil geweest. Stil ging ik ernaartoe en nog stiller ging ik terug. Achteraf beschouwd heb ik gebeden. Ik ben nog nooit zo wanhopig geweest.
Ik heb mijn dochter zo bewonderd, in al haar ellende. Toen ze vroeg of ze het leven uit mocht…
Ik heb vandaag geleerd wat een betekenisvol leven is. Ik praat tegenwoordig veel meer met kinderen en ouderen van dagen. Ik vind mezelf niet meer het beste als ik met interessante mensen omga. Niet meer alleen functioneel praten, maar iedere kans op ontmoeting aangrijpen. Het mens-zijn vieren. Elkaar aandacht geven. Ik zie nu hoeveel vreugde het geeft als je echt naar iemand luistert. Ik ben geen pastor, maar doe wel pastoraal werk.
“Ik vind het “butterfly effect” een mooi idee. Dat het fladderen van de vleugels van een vlinder aan de andere kant van de wereld voor een tornado kan zorgen.”
Ruben, heb jij een vraag aan Harry?
Ruben: Heel veel. Ik heb veel zien gebeuren in zijn ogen. Dat vond ik heel bijzonder. Je gebruikt twee woorden; tijd en aandacht. Ik zie aandacht als een verdieping van tijd. Hoe kijk jij daarnaar?
Harry: Gemeten tijd doet er niet zoveel toe. Voor mij is aandacht dat je in het moment de eeuwigheid vindt. Bevrijd raken van de tijd.
Ruben: Dan is zo’n treinrit een behoorlijke eeuwigheid.
Harry: Ja, dat vond ik een soort gave. Eerst dacht ik dat het een opgave was. Later ben ik het een soort van gaan missen. Het was een uur tot jezelf komen. De stilte haar werk laten doen. Ik geloof dat wanneer je echt aandacht aan jezelf geeft, het ook makkelijker is om aandacht aan anderen te geven.
Ruben: Waaraan merk je dat?
Harry: Ik merk dat mijn vermogen om rust te geven is toegenomen, waar ik vroeger vooral onrust bracht. Het leven wordt voorwaarts geleefd en achterwaarts begrepen. Wie probeerde ik in godsnaam te imponeren? Mijn vader die dood is? Mezelf? Was ik bang dat ik niet bestond? Dat is nu de uitdaging: durf ik niet te bestaan?
Ruben: Durf je dat?
Harry: Uiteindelijk is dat doodgaan. Je hebt geen alternatief. Maar durf je er niet toe te doen?
Ruben, jouw hittepunt was ‘kiezen voor niet doen’. Harry raakt hier ‘kiezen voor er niet toe doen’. Wil je eens reflecteren op hoe je er toe kunt doen door niet(s) te doen?
Ruben: Het komt binnen als je dat vraagt. Waar het mij het meest aanspreekt is de vraag of ik gezien word, of dat ik een ander zie. Er niet toe doen betekent ook dat het niet om mij gaat. Het betekent ook: wel of geen invloed uitoefenen? Als ik terugkijk op hoe ik de afgelopen 30 jaar heb geleefd, heb ik toch het idee gehad dat invloed uitoefenen iets goeds is. Maar het betekent misschien ook dat ik bang was voor het alternatief. Niets doen. Het gewoon laten gebeuren.
Ik vind het moeilijk om geconfronteerd te worden met andermans pijn. Dus als ik zo’n vraag op me in laat werken: ‘durf ik er niet toe te doen?’ is dat ook: ‘durf ik niet een interventie uit te voeren, omdat ik ergens ongemakkelijk mee ben?’ Ten diepste is het OK zijn met het idee dat je er niet toe hoeft te doen om er te mogen zijn. Als jij vindt dat je ertoe moet doen, dan kan ‘geven’ een instrument worden om iets te bereiken. Het is natuurlijk veel mooier als dat geven er is, omdat je niet anders kunt. Omdat het is wie je bent. En dat is voor mij misschien wel de grootste uitdaging. Alleen zijn met jezelf. Ik ben iemand die graag van anderen hoort dat ik met de goede dingen bezig ben. Dat ik waardevol ben.
Ik kan me goed herinneren dat ik als klein jongetje uit de kerk stapte en mezelf van boven zag en steeds verder uitzoomde. Tot ik niet meer zichtbaar was. Dat is me altijd bijgebleven. Hoe weinig ik ertoe doe. En tegelijk vind ik het “butterfly effect” een mooi idee. Dat het fladderen van de vleugels van een vlinder aan de andere kant van de wereld voor een tornado kan zorgen. Ik denk dat het besef van er niet toe te hoeven doen en daarmee er nog steeds toe doen, zonder dat je het kunt besturen of het bewust kunt beïnvloeden, mensen ook dichter bij elkaar brengt. Omdat je dan geïnteresseerd raakt in wie je bent. Niet in wat je doet.
Harry, wat zou jij Ruben willen vragen?
Harry: Mijn reflex is: ‘wat zou ik aan Ruben willen zeggen?’ Wat ik hem zou willen vragen, is veel moeilijker. Zeggen is zo makkelijk…
….. ‘Met met welk nalaten (niet doen) zou jij de wereld het beste dienen?’
Ruben: In mij komt dan de vervolgvraag naar boven: ‘Wat zou er gebeuren als je de pijn er liet zijn?’
Harry: Zo, dat is een heel ongemakkelijke vraag.
“Mijn reflex is: ‘wat zou ik aan Ruben willen zeggen?’ Wat ik hem zou willen vragen, is veel moeilijker.”
Ruben: Een die mijn grote uitdaging natuurlijk raakt. Ik had hier gisteren een gesprek over met iemand die mensen met ADHD coacht en verontwaardigd is dat er zo snel medicatie wordt toegediend om de heftigheid af te vlakken. Vervolgens zei ze iets dat bij mij binnenkwam: ‘ik gun je de pieken en dalen.’ Dat is voor mij het tegenovergestelde van hoe ik altijd heb geleefd.
Harry: Je wilt er wat aan doen.
Ruben: Ik hou van kabbelend, van gecontroleerd. Maar niet van geconfronteerd worden met de heftigheid. Maar wat heb ik mezelf en anderen daarmee misschien ontnomen? Welke lessen, inzichten, schoonheid? Het idee dat er door niets te doen, ervaringen misschien wel waardevoller kunnen zijn, is wel een confronterende. En voor mij een groeipad.
Harry: Het is voor mij een van de belangrijkste confrontaties geweest. Mijn dochter, die alleen zat met een kring aan hulpverleners om zich heen. Ze zei op een gegeven moment: ‘jij denkt dat je altijd alles weet’. En ik besefte me dat het zo’n terechte klap in mijn gezicht was. Ik dacht de wereld te dienen met wat ik allemaal wist. Je denkt dat wat je geeft belangrijk is.
Ik vind dat we een veel te overspannen indruk hebben van onszelf. Dat we misschien van geen betekenis zijn vind ik confronterend en bevrijdend. Ik hou het heel erg voor mogelijk dat we er niet toe doen. En dat hoeft niet iets treurigs te zijn. Dan wordt al onze inspanning iets potsierlijks. Ook mijn koffies met croissants (red: de ontmoetingen die Harry al jarenlang met regelmaat organiseert).
Ruben, jij hebt iets meegemaakt rondom de geboorte, waarmee je gevoeld hebt dat je er echt toe deed. Hoe nu verder?
Ruben: Niet te bewust dingen opzoeken, niet teveel denken, niet teveel in mijn hoofd zitten. Als ik teveel in mijn hoofd zit, werkt dat als een magneet die je onder stroom zet. Het ongemak en de stilte juist opzoeken en mezelf helpen om niet te snel weer in een positie te komen, waarin er iets van mij afhangt.
Harry, wat neem jij mee van deze ontmoeting?
Harry: ik kan me herinneren dat iemand heel verontwaardigd deed toen een dertiger een levensvraag stelde, omdat hij dacht: ‘daar ben jij nog helemaal niet aan toe!’ Het is bemoedigend dat we beginnen met de vragen waar een ander mee eindigt.
Harry Starren is lid van van Council of Critical Questions van The Curiosophy Collective. Hij is ondernemer, bestuurder, vrije gever en voormalig CEO van opleidingscentrum De Baak. Ruben Beijl is Member van The Curiosophy Collective. Hij is theoloog, ondernemer en content strateeg voor organisaties met diepgang.